-
1 zich verenigen in een organisatie
zich verenigen in een organisatieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verenigen in een organisatie
-
2 zich verenigen
-
3 zich verenigen met
гл.общ. соглашаться на (что-л.) -
4 zich verenigen
djòin; djòinDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zich verenigen
-
5 zich verenigen
v. band together, unite, mate, join, coalesce, incorporate, close -
6 zich verenigen met
v. unite with -
7 zich verenigen
s'accoupler -
8 zich verenigen
djòin; djòin -
9 verenigen
II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [in overeenstemming brengen] reconcile♦voorbeelden:1 de arbeiders hebben zich in een vakbond verenigd • the workers have united/have joined forces in a unionzich verenigen in een organisatie • form an organisationhet nuttige met het aangename verenigen • mix/combine business with pleasure2 zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand • dissociate oneself from something/someone, not (be able to) agree with/to something/someonedeze uitspraken zijn niet te verenigen • these statements are irreconcilable/contradict each other -
10 verenigen
объединить; объеди- ниться; одобрить* * *(d)см. тж. zich verenigen* * *гл.общ. объединять, присоединять, соединять -
11 verenigen
1 [samenkomen] se réunirII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [samenvoegen; doen samenkomen] réunir2 [+ met][in overeenstemming brengen] concilier (avec)♦voorbeelden:zij verenigt alle goede eigenschappen in zich • elle cumule toutes les qualités2 zich (kunnen) verenigen met iets • (pouvoir) adhérer à qc.dat kan ik niet met mijn principes verenigen • je ne puis concilier cela avec mes principes -
12 zich (kunnen) verenigen met iets
zich (kunnen) verenigen met iets(pouvoir) adhérer à qc.Deens-Russisch woordenboek > zich (kunnen) verenigen met iets
-
13 zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand
zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemanddissociate oneself from something/someone, not (be able to) agree with/to something/someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand
-
14 gang up
zich verenigen (tot een bende)gang up1 een bende/groep vormen ⇒ (samen)klieken, zich verenigen♦voorbeelden:gang up with • zich aansluiten bij, samenspannen met -
15 соединяться
zich verenigen, zich verbinden -
16 сплачиваться
zich aaneensluiten, zich verenigen -
17 сплотиться
zich aaneensluiten, zich verenigen -
18 unir
unir [uunier]1 verenigen ⇒ (samen)voegen, (samen)bundelen, één maken4 gelijk, glad, vlak maken ⇒ effenen, egaliseren♦voorbeelden:unir une province à un pays • een provincie bij een land inlijven2 samengaan ⇒ samensmelten, één worden♦voorbeelden:1 s'unir avec qn. contre qc., qn. • samen met iemand tegen iets, iemand in verzet komen, ten strijde trekken, de strijd aanbinden2 s'unir à, avec qn., qc. • met iemand, iets samengaans'unir en qn. • bij iemand hand in hand gaan1. v1) verenigen, samenvoegen2) verbinden4) effenen, glad maken2. s'unirv2) samengaan, één worden -
19 combine
n. maaidorser, combine--------v. kombineren; samenvoegen; samenwerkencombine1[ kombajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 politieke/economische belangengemeenschap————————combine2[ kəmbajn]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 combineren ⇒ verenigen, verbinden, samenvoegen♦voorbeelden:1 combined operations/exercises • legeroefeningen waarbij land-, lucht- en zeemacht samenwerkencombine business with pleasure • het nuttige met het aangename verenigen -
20 unite
v. verenigen; zich verenigen[ joe:najt]1 zich verenigen ⇒ samenwerken, fuseren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
in zich verenigen
Страницы